'Iets anders,' peinsde ik, terwijl ik een broze, vergeelde pagina omsloeg die naar gardenia's en ether rook. Een bezwering van onopvallendheid zou geweldig zijn, maar daar had je varenzaad voor nodig. Niet alleen had ik geen tijd om er voldoende van te verzamelen, maar het was ook niet het goede seizoen. Findlay Market zou het wel hebben, maar daar had ik geen tijd voor. Je moet jezelf niet voor de gek houden, Rachel,' mompelde ik, terwijl ik het boek dichtklapte en mijn pijnlijke rug rechtte. 'Zoiets moeilijks kun jij helemaal niet maken.'

Ivy zat een beetje lui tegenover mij aan de keukentafel de verhuisberichten in te vullen die zij had gehaald en knabbelde het laatste stukje op van haar stengel bleekselderij in dipsaus. Ik had geen tijd gehad om meer Werk te maken van de maaltijd. Ze leek er niet erg mee te zitten. Misschien ging ze later op de avond nog wel ergens een snack halen. Morgen, als ik de morgen haalde, zou ik echt koken. Misschien een pizza. Vanavond stond de keuken niet in het teken van voedselbereiding.

Ik was bezweringen aan het brouwen en ik had er een puinhoop van gemaakt. Half fijngehakte planten, aarde, groen uitgeslagen kommen waarin geraspte en afgegoten planten lagen af te koelen en vuile koperen kookpotten. De hele gootsteen lag er vol mee. Het leek wel alsof er een bom was ontploft. Maar ik had mijn opsporingsamuletten, mijn slaapmiddeltjes en zelfs een paar nieuwe amuletten die me ouder zouden maken in plaats van jonger. Het schonk me toch wel wat voldoening dat ik ze helemaal zelf had gemaakt. Zodra ik een bezwering had gevonden die krachtig genoeg was om in te breken in de archieven van de I.S., gingen Jenks en ik op pad.

Jenks was die middag thuisgekomen met een slome, sjofele Weer van een man in zijn kielzog, de vriend die mijn spullen had. Ik kocht het muf ruikende kampeerbed dat hij bij zich had en bedankte hem dat hij de enkele kledingstukken had meegebracht die niet behekst waren: mijn winterjas en een roze trainingsbroek die helemaal achter in mijn kast hadden gelegen. Ik had de man gevraagd zich vooralsnog voornamelijk te richten op mijn kleren, muziek en keukenspullen en nadat hij mij had beloofd morgen in elk geval mijn kleren klaar te hebben sjokte hij weer weg met een honderdje in zijn knuist.

Zuchtend keek ik op van mijn boek en ik blikte langs Meneer Vis op de vensterbank de donkere tuin in. Mijn hand ging naar de blaar in mijn nek en ik schoof het boek weg om plaats te maken voor het volgende. Denon moest wel ontzettend kwaad zijn om die Weren op klaarlichte dag, wat voor hen een nadeel was, op me af te sturen. Als het avond was geweest, zou ik nu waarschijnlijk dood zijn - nieuwe maan of geen nieuwe maan. Dat hij geld over de balk smeet, betekende dat hij flink op zijn kop had gehad voor het feit dat hij Ivy had laten gaan.

Nadat ik de Weren had afgeschud, was ik me te buiten gegaan aan de luxe van een taxi naar huis. Ik rechtvaardigde de uitgave door te zeggen dat ik het deed om mogelijke huurmoordenaars in de bus te ontlopen, maar in werkelijkheid wilde ik gewoon niet dat iemand zou zien hoe ik beefde. Het beven hield pas op toen ik lang genoeg onder de douche had gestaan om al het warme water uit de boiler op te maken. Ik had nooit eerder in de positie van prooi verkeerd. Ik vond er niets aan. Maar wat me evenzeer beangstigde was de gedachte dat ik wellicht een zwarte bezwering zou moeten maken en gebruiken om in leven te blijven.

Een groot deel van mijn werk had bestaan uit het oppakken van beoefenaars van grijze magie': heksen die een prima bezwering zoals een liefdesamulet aanwendden voor kwade doeleinden. Maar er waren ook serieuze zwarte magiërs, en die had ik ook ingerekend: degenen die zich specialiseerden in de meer duistere vormen van mensen in de val lokken, degenen die je konden laten verdwijnen en voor een paar dollar extra je familie zodanig konden betoveren dat ze vergaten dat je ooit had bestaan; het handjevol Inderlanders dat achter de ondergrondse gevechten om de macht zat. Soms had ik niet veel meer kunnen doen dan de akelige realiteit verbergen, zodat de mensheid nooit te weten zou komen hoe moeilijk het was om Inderlanders tegen te houden die mensen als loslopend vee beschouwden. Maar zelf had ik nog nooit op deze manier iemand achter me aan gehad. Ik wist niet hoe ik tegelijkertijd mezelf in leven en mijn karma onbezoedeld moest houden.

Mijn laatste uurtjes daglicht had ik in de tuin doorgebracht. Met je handen in de aarde wroeten terwijl je voor de voeten wordt gelopen door elfenkinderen is een uitstekende manier om weer met beide benen op de grond te komen, en ik wist dat ik Jenks heel wat dank verschuldigd was - om meer dan een reden. Pas toen ik met mijn ingrediënten en een door de zon verbrande neus naar binnen ging, kwam ik erachter waar al hun vrolijke gejoel en geschreeuw om te doen was geweest. Ze hadden geen verstoppertje gespeeld; ze waren bezig geweest met het onderscheppen van spatkogels.

Ik schrok me een ongeluk toen ik de kleine piramide van spatkogels zag die keurig bij de achterdeur lag opgestapeld. Elke kogel had mijn dood kunnen betekenen. Ik had er niets van gemerkt. Helemaal niets. Toen ik ze daar zag liggen was ik eerder kwaad dan bang. De volgende keer dat de jagers me vonden, zo nam ik me heilig voor, zou ik er klaar voor zijn.

Nadat ik een hele middag bezweringen had zitten maken, zat mijn tas weer vol met mijn vertrouwde amuletten. De roodhouten pin van mijn werk was een redder in nood gebleken. Elke houtsoort neemt bezweringen op, maar roodhout is het duurzaamst. De amuletten die niet in mijn tas zaten hingen aan de kopjeshaken in de verder geheel lege servieskast. Het waren allemaal geweldige bezweringen, maar ik had iets sterkers nodig. Met een diepe zucht sloeg ik het volgende handboek open.

'Transmutatie?' zei Ivy, terwijl zij de formulieren weglegde en haar toetsenbord naar zich toe trok. 'Ben je zo goed?'

Ik gebruikte een duimnagel om de aarde onder een andere nagel vandaan te peuteren. 'Het zal wel moeten,' mompelde ik. Zonder haar aan te kijken, las ik de inhoudsopgave door. Het moest iets kleins zijn, en bij voorkeur iets wat zijn mannetje stond.

Met een luid geknisper van bleekselderij surfte Ivy weer verder over het internet. Ik had haar sinds zonsondergang nauwlettend in de gaten gehouden. Ze was een modelkamergenote en deed duidelijk moeite om haar normale vampige reacties tot een minimum te beperken. Waarschijnlijk hielp het wel dat ik mijn kleren opnieuw had gewassen. Zodra ze verleidelijk begon te kijken, zou ik haar vragen om weg te gaan.

'Hier heb ik er een,' zei ik zacht. 'Een kat. Ik heb een onsje rozemarijn nodig, een halve kop munt, een theelepel wolfsmelkextract dat na de eerste vorst is geoogst... Goed, dat kan dus niet. Ik heb geen extract en ik ga nu ook niet meer naar de winkel.'

Ivy leek een zacht gegrinnik te onderdrukken en ik sloeg de inhoudsopgave weer op. Geen vleermuis; er stonden geen essen in de tuin en daar zou ik waarschijnlijk de bast van nodig hebben. Bovendien had ik geen zin om de rest van de nacht bezig te zijn met leren vliegen door middel van echolocatie. Hetzelfde gold voor vogels. De meeste vogels die erin stonden vlogen 's nachts niet. Een vis sloeg natuurlijk nergens op. Maar misschien...

'Een muis,' zei ik, terwijl ik de juiste bladzijde opzocht en de lijst met ingrediënten doorlas. Geen exotische dingen. Bijna alles wat ik nodig had, had ik al in de keuken. Onder aan de bladzijde stond een handgeschreven notitie en ik kneep mijn ogen tot spleetjes om het vervaagde, mannelijk ogende handschrift te kunnen lezen: Kan veilig worden aangepast voor elk knaagdier. Ik keek op de klok. Dit ging hem worden.

'Een muis?' zei Ivy. 'Je gaat jezelf omtoveren in een muis?'

Ik stond op, liep naar het roestvrijstalen eiland in het midden van de keuken en legde mijn boek neer. 'Waarom niet? Ik heb alles, behalve het muizenhaar.' Ik fronste mijn wenkbrauwen. 'Zou ik misschien een van de braakballen van jouw uil mogen hebben? Ik moet de melk door iets harigs zeven.'

Ivy wierp haar zwarte haar over haar schouder en trok haar dunne wenkbrauwen hoog op. 'Natuurlijk. Ik zal er een voor je halen.' Hoofdschuddend sloot ze de site af die ze aan het bekijken was en stond op. Ze rekte zich uitgebreid uit en ik zag haar blote middenrif. Ik keek naar de rode edelsteen in haar navelpiercing en wendde snel mijn blik af. Ik moet ze toch even laten vliegen,' zei ze toen ze haar armen weer liet zakken.

'Bedankt.' Ik boog me weer over mijn recept en verzamelde alles wat ik nodig had op het keukeneiland. Tegen de tijd dat Ivy naar beneden kwam van de klokkentoren, stond alles keurig afgepast klaar. Ik hoefde alleen nog maar te roeren.

'Veel plezier ermee,' zei ze, terwijl ze een braakbal op het aanrecht legde en meteen haar handen ging wassen.

'Dank je,' fluisterde ik. Ik pakte een vork en peuterde de compacte massa uit elkaar. Uiteindelijk haalde ik drie haren tussen de kleine botjes vandaan. Ik trok een vies gezicht en herinnerde mezelf eraan dat het niet helemaal door de uil heen was gegaan, maar alleen was uitgebraakt.

Ik pakte een handvol zout en draaide me naar haar om. 'Ik ga nu een zoutcirkel maken. Wil je er alsjeblieft niet doorheen lopen?' Zij keek me aan en ik voegde eraan toe: 'Dit kan een gevaarlijke bezwering zijn. Ik wil niet dat er per ongeluk iets in de kookpot terechtkomt. Je mag wel in de keuken blijven, als je maar uit de cirkel blijft.'

Ze knikte weifelend. 'Oké.'

Ik vond het wel prettig haar een beetje onzeker te zien en ik maakte de cirkel groter dan normaal door het hele centrale keukeneiland te omringen met mijn attributen. Ivy ging op een punt van het aanrecht zitten. Haar ogen waren groot van nieuwsgierigheid. Als ik dit vaker ging doen, kon ik mijn borgsom misschien maar beter opgeven en een groef in het linoleum krassen. Wat heb je aan een borgsom als je dood bent door een verkeerd uitgelijnde bezwering?

Mijn hart klopte snel. Het was een tijdje geleden dat ik voor het laatst een cirkel had gesloten en het feit dat Ivy toekeek maakte me wat nerveus. 'Goed, daar gaan we...' mompelde ik. Ik haalde diep adem en probeerde mijn geest leeg te maken en mijn ogen te sluiten. Langzaam maar zeker werd mijn helderziende blik scherper.

Ik deed dit niet vaak en het was heel erg verwarrend. Een bries die niet van deze zijde van de werkelijkheid kwam tilde de lichtere lokken van mijn haar op. Ik rook de geur van verbrande amber. Meteen had ik het gevoel alsof ik buiten was, terwijl de mij omringende muren versmolten tot een zilverachtig zweem. Ivy, zo mogelijk nog vluchtiger dan de kerk, was al verdwenen. Het enige wat overbleef waren het landschap en de planten, hun omtrekken omlijst door dezelfde rossige gloed die de lucht leek te verzwaren. Het was alsof ik op dezelfde plek stond, maar dan voordat de mensheid hem had gevonden. De rillingen liepen over mijn rug toen ik zag dat de grafstenen in beide werelden bestonden, net zo wit en solide ogend als de maan, indien die aan de hemel had gestaan.

Met mijn ogen dicht zocht ik met mijn helderziende blik naar de dichtstbijzijnde leylijn. 'Krijg nou wat,' mompelde ik verrast, toen ik een roodachtige streep van kracht dwars door de begraafplaats voelde lopen. 'Wist je dat er een leylijn door het kerkhof loopt?'

'Ja,' zei Ivy zachtjes, met een stem die uit het niets leek te komen.

Ik strekte mijn wil uit en raakte hem aan. Mijn neusgaten sperden zich open toen ik kracht naar binnen voelde stromen en tegen mijn theoretische armen en benen voelde spoelen totdat hij zich had uitgebalanceerd. De universiteit was op zo'n grote leylijn gebouwd dat er bijna overal in Cincinnati uit geput kon worden. De meeste steden zijn op minstens één leylijn gebouwd. Manhattan heeft er drie van aanzienlijke omvang. De grootste leylijn aan de oostkust loopt door een boerderij vlak buiten Woodstock. Toeval? Volgens mij niet.

De leylijn in mijn achtertuin was maar klein, maar hij was zo dichtbij en zo weinig gebruikt dat hij me meer kracht gaf dan die van de universiteit me ooit had gegeven. Hoewel er geen echte bries stond, tintelde mijn huid van de wind die in het hiernamaals waaide.

Gebruikmaken van een leylijn bezorgde je een roes, maar wel een gevaarlijke. Het beviel me niets. De kracht stroomde door me heen als water en leek steeds meer bezinksel achter te laten. Ik kon mijn ogen niet langer dichthouden en ze vlogen open.

Het surrealistische rode visioen van het hiernamaals maakte plaats voor mijn doodgewone keuken. Ik staarde naar Ivy op het aanrecht en zag haar met de wijsheid van de aarde. Soms ziet iemand er opeens totaal anders uit. Ik was blij dat Ivy nog dezelfde leek. Haar aura - haar echte aura, niet haar vampaura - was bezaaid met schitteringen. Wat ontzettend vreemd. Ze leek iets te zoeken.

'Waarom heb je me niet verteld dat we zo dicht bij een leylijn zaten?' vroeg ik.

Ivy keek naar mij. Schouderophalend sloeg ze haar benen over elkaar en schopte haar schoenen uit, zodat ze onder de tafel belandden. 'Zou dat wat hebben uitgemaakt?'

Nee. Het maakte geen verschil. Ik deed mijn ogen dicht om mijn vervagende helderziende blik te versterken terwijl ik de cirkel sloot. De heftige stroom van latente kracht bezorgde me een ongemakkelijk gevoel. Ik gebruikte mijn wilskracht om de smalle strook zout van deze dimensie naar het hiernamaals over te brengen. Hij maakte plaats voor een gelijkwaardige ring van hiernamaalsrealiteit.

De cirkel klapte met een schok dicht en ik schrok ervan. 'Tjezus,' fluisterde ik. 'Misschien heb ik te veel zout gebruikt,' De meeste kracht die ik aan het hiernamaals had onttrokken stroomde nu door mijn cirkel. Het kleine beetje dat nog door mij heen kabbelde bezorgde me nog steeds kippenvel. Het bezinksel zou blijven groeien totdat ik de cirkel weer verbrak en losmaakte van de leylijn.

Ik voelde hoe de barrière van hiernamaalsrealiteit mij als een flauwe druk omringde. Niets kon de snel verschuivende ringen van andere werkelijkheden doorkruisen. Met mijn helderziende blik zag ik de schitterende golf van vlekkerig rood van de vloer opstijgen om zich vlak boven mijn hoofd te sluiten. Onder mijn voeten ontstond eenzelfde halve bol. Later zou ik nog wel even goed controleren of ik geen leidingen of elektrische bedrading doorkruiste, want als iets er doorheen probeerde te komen bestond het gevaar dat de cirkel werd verbroken.

Toen ik mijn ogen opendeed zat Ivy naar me te kijken. Ik schonk haar een vreugdeloos glimlachje en wendde mijn blik af. Langzaam nam mijn helderziende blik af tot niets, verdrongen door mijn normale blik. 'Die zit potdicht,' zei ik terwijl haar aura leek te verdwijnen. 'Ik zou niet proberen er overheen te stappen. Dat doet pijn.'

Zij knikte, met een ernstige blik op haar kalme gezicht. 'Je bent opeens... heksiger,' zei ze langzaam.

Ik glimlachte tevreden. Nu kon deze heks die vamp ook eens haar tanden laten zien. Ik pakte de kleinste koperen mengkom, ongeveer zo groot als mijn hand, en zette hem op het aangestoken campingbrandertje dat Ivy voor mij had gekocht. Mijn minder krachtige bezweringen had ik ook wel op het gasfornuis bereid, maar nogmaals, een werkende gasleiding zou een opening in de cirkel hebben gemaakt. 'Water...' mompelde ik, terwijl ik mijn maatbeker met bronwater vulde. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes om er zeker van te zijn dat ik de hoeveelheid goed aflas. De kom begon te sissen toen ik het water toevoegde en ik nam hem van het vuur. 'Muis, muis, muis,' mijmerde ik, terwijl ik mijn best deed om niet te laten merken hoe zenuwachtig ik was. Dit was de moeilijkste bezwering die ik buiten school om ooit had geprobeerd.

Ivy gleed van het aanrecht en ik verstijfde. Mijn nekharen gingen overeind staan toen ze achter mij, maar nog steeds buiten de cirkel, kwam staan. Ik hield op met mijn bezwering en keek haar aan. Ze glimlachte schaapachtig en liep naar de tafel.

'Ik wist niet dat jij gebruikmaakte van het hiernamaals,' zei ze, terwijl ze achter haar computer ging zitten.

Ik keek op van het recept. Als aardheks doe ik dat ook niet vaak. Maar deze bezwering zal me lichamelijk veranderen en niet alleen de suggestie wekken dat ik een muis ben. Als er per ongeluk iets in de kom terechtkomt kan ik daar misschien niets meer aan doen, of verander ik maar gedeeltelijk... of iets dergelijks.'

Ze maakte een onduidelijk geluidje en ik legde het muizenhaar in een zeef om er melk over te gieten. Er bestaat een hele tak van hekserij die gebruikmaakt van leylijnen in plaats van drankjes en ik had twee semesters lang de laboratoria van een van mijn docenten schoon lopen maken om maar niet meer te hoeven volgen dan de basiscursus. Ik had tegen iedereen gezegd dat dat was omdat ik nog geen beschermgeest had - hetgeen een veiligheidsvoorschrift was - maar als ik eerlijk moet zijn hield ik er gewoon niet van. Ik was een goede vriend kwijtgeraakt toen hij had besloten leylijnen als hoofdvak te kiezen en in een hele foute vriendenkring terecht was gekomen. Om nog maar niet te spreken van het feit dat de dood van mijn vader er ook mee te maken had. Wat ook al niet meehielp was dat de leylijnen poorten waren naar het hiernamaals.

Er wordt wel beweerd dat het hiernamaals ooit een paradijs is geweest waar de elfen hebben gewoond, die af en toe een uitstapje maakten naar onze werkelijkheid om mensenkinderen te stelen. Maar toen demonen er de macht overnamen en alles verwoestten, werden de elfen gedwongen voorgoed in onze wereld te komen wonen. Dat was natuurlijk lang voordat Grimm zijn sprookjes schreef. Het wordt allemaal beschreven in de oudere, veel bloeddorstiger verhalen. Ze eindigen bijna allemaal met: 'En ze leefden nog lang en gelukkig in het hiernamaals.' Tja... zo hoorde het dus eigenlijk te gaan. Kennelijk was bij Grimm die laatste toevoeging op een gegeven moment verloren gegaan. Dat sommige heksen leylijnen gebruiken verklaart waarschijnlijk de aloude misvatting dat heksen nauw samenwerken met demonen. Ik moet er niet aan denken hoeveel levens die misvatting heeft gekost.

Ik was in principe een aardheks, die zich uitsluitend bezighield met amuletten en toverdrankjes. Spreuken en bezweringen behoorden meer tot het domein van de leylijnmagie. Heksen die zich in deze tak van hekserij specialiseerden ontleenden hun kracht rechtstreeks aan leylijnen. Het was een ruwere vorm van magie, die ik minder mooi en gestructureerd vond, omdat hij niet de gedisciplineerdheid bezat van de aardse betovering. Het enige voordeel wat ik in de leylijnmagie zag was dat het met het juiste woord onmiddellijk kon worden opgeroepen. Het nadeel was dat je altijd een stukje hiernamaals mee moest dragen in je chi. Ik wist ook wel dat er manieren bestonden om die te isoleren van je chakra's. Maar ik was ervan overtuigd dat de demonische ontaarding van het hiernamaals op de een of andere manier een steeds groter wordende smet op je ziel achterliet. Ik had te veel vrienden hun vermogen zien verliezen om nog duidelijk te kunnen zien aan welke kant zij zelf stonden met hun magie.

Leylijnmagie was waar het grootste potentieel voor zwarte magie lag. Als een bezwering moeilijk terug te voeren was naar zijn maker, was het welhaast onmogelijk om erachter te komen wie je auto had vervloekt met leylijnmagie. Dat wil niet zeggen dat alle leylijnheksen slecht waren - in de amusements- en beveiligingsindustrie en in klimaatbeheersing was veel vraag naar hun vakkennis - maar met zo'n nauw contact met het hiernamaals en zoveel macht tot je beschikking, was het wel erg gemakkelijk om je normen en waarden uit het oog te verliezen.

Het feit dat ik het niet ver had geschopt bij de I.S. was misschien wel te wijten aan mijn weigering om leylijnmagie te gebruiken om grote boze boeven te vangen. Maar wat maakte het uit of ik hen met een amulet in de kraag vatte of met een toverspreuk? Ik was behoorlijk goed geworden in het bestrijden van leylijnmagie met aardse magie, hoewel je dat niet zou zeggen als je naar mijn percentage geslaagde opdrachten keek.

De herinnering aan die piramide van spatkogels voor mijn achterdeur schoot door me heen en ik schonk de melk over het muizenhaar en in de kookpot. Toen het mengsel kookte tilde ik de pot nog wat hoger op de driepoot en roerde erin met een houten lepel. Het gebruik van hout bij het brouwen van een bezwering was niet zo'n goed idee, maar al mijn keramische lepels waren nog vervloekt en een ander metaal dan koper gebruiken zou helemaal rampzalig zijn. Houten lepels hadden de neiging als amuletten te werken en de bezwering te absorberen, hetgeen tot gênante vergissingen kon leiden, maar als ik hem na afloop in mijn vat zoutwater zou weken, zou het wel meevallen.

Met mijn handen op mijn heupen las ik de bezwering nog eens door en zette de kookwekker. Het pruttelende mengsel begon een beetje muskusachtig te ruiken. Ik hoopte maar dat dat zo hoorde.

'Dus als ik het goed begrijp,' zei Ivy terwijl zij op haar toetsenbord zat te tikken, 'ben je van plan als muis het archief binnen te glippen. Dan kun je dus geen dossierkasten openmaken.'

'Jenks zegt dat hij overal al kopieën van heeft gemaakt. We hoeven ze alleen nog maar te lezen.'

Ivy's stoel kraakte toen ze achteroverleunde en haar benen over elkaar sloeg. Ik zag aan haar dat ze ernstig betwijfelde of twee van die miniatuurwezentjes zoals wij wel in staat zouden zijn een toetsenbord te bedienen. 'Waarom verander je gewoon niet weer in een heks zodra je daar binnen bent?'

Terwijl ik het recept voor alle zekerheid nog eens doorlas schudde ik mijn hoofd. 'Transformatie door een toverdrank kan alleen worden opgeheven door een grondige onderdompeling in zout water. Als ik zou willen, zou ik mezelf kunnen veranderen met een amulet, om vervolgens de archiefruimte binnen te dringen, de amulet weer af te doen, als mens te zoeken wat ik nodig heb, waarna ik de amulet weer om zou kunnen doen om weg te komen. Maar dat ga ik niet doen.'

'Waarom niet?'

Ze hield niet op met vragen en ik keek op van mijn brouwsel, waaraan ik net wat dons van een wilgenkatje wilde toevoegen. 'Heb jij nog nooit een transformatiebezwering gebruikt?' vroeg ik. 'Ik dacht dat vamps die aan de lopende band gebruikten om in vleermuizen te veranderen en zo.'

Ivy sloeg haar oogleden neer. 'Sommigen wel, ja,' zei ze zacht.

Kennelijk was Ivy nog nooit getransformeerd. Ik vroeg me af waarom. Het was niet dat ze het niet kon betalen. 'Het is nooit een goed idee om een amulet te gebruiken om te transformeren,' zei ik. 'Ik zou de amulet aan mezelf vast moeten binden of om mijn hals moeten dragen en al mijn amuletten zijn groter dan een muis. Nogal onhandig dus. En stel dat ik in een muur zou zitten en de amulet zou laten vallen? Genoeg heksen hebben het leven gelaten omdat ze hun normale gedaante weer terugkregen met extra onderdelen, zoals een muur of een kooi.' Ik huiverde en begon snel weer met de wijzers van de klok mee in het brouwsel te roeren. 'Bovendien,' voegde ik er zachtjes aan toe, 'heb ik geen kleren aan wanneer ik terugkom.'

'Aha!' riep Ivy uit en ik schrok op. 'Nu krijgen we de echte reden te horen. Rachel, je bent preuts!'

Wat kon ik daarop zeggen? Lichtelijk gegeneerd, sloeg ik mijn toverboek dicht en legde het onder het aanrecht bij de rest van mijn nieuwe bibliotheek. De kookwekker ging af en ik blies de vlam uit. Er was niet veel vloeistof over. Het zou niet lang duren voordat het op kamertemperatuur was.

Ik veegde mijn handen af aan mijn spijkerbroek en reikte over mijn kookspullen heen om een vingerprikker te pakken. Vóór de Ommekeer had menige heks een milde vorm van diabetes gesimuleerd om die kostbare kleinoden gratis te krijgen. Ik had er de schurft aan, maar het was beter dan een mes te moeten gebruiken om een ader te openen, zoals ze in minder verlichte tijden hadden moeten doen. Ik stond op het punt om mezelf te prikken, maar opeens aarzelde ik. Ivy kon de cirkel niet binnenkomen, maar de gedachte aan gisteravond drong zich opeens wel heel sterk op. Ik had wel in een zoutcirkel willen slapen als dat had gekund, maar de voortdurende verbinding met het hiernamaals zou me krankzinnig maken zolang ik geen beschermgeest had om de geestelijke gifstoffen te absorberen die de lijnen afgaven. 'Ik... eh... heb drie druppels van mijn eigen bloed nodig om het proces in gang te zetten,' zei ik.

'Echt waar?' In haar blik was niets te bespeuren van de geconcentreerde uitdrukking die meestal voorafging aan de jachtaura van een vamp. Toch vertrouwde ik haar niet.

Ik knikte. 'Misschien kun je beter weggaan.'

Ivy begon te lachen. 'Drie druppels die je met een prikker uit je vinger haalt zullen me heus niet gek maken, hoor.'

Toch aarzelde ik nog. Mijn maag kromp ineen. Hoe kon ik zeker weten dat zij haar grenzen kende? Haar ogen vernauwden zich en er verschenen rode vlekken op haar bleke wangen. Als ik erop bleef aandringen dat ze weg zou gaan, zou ze dat als een belediging opvatten, dat wist ik zeker. Bovendien wilde ik niet laten merken dat ik bang voor haar was. Ik was volkomen veilig binnen mijn cirkel. Hij kon een demon tegenhouden; een vamp tegenhouden was een peulenschil.

Ik haalde diep adem en prikte in mijn vinger. Heel even zag ik iets donkers in haar ogen en ging er een rilling door me heen, maar het was meteen weer weg. Mijn schouders ontspanden. Gerustgesteld masseerde ik drie druppels in het brouwsel. De bruine, ondoorzichtige vloeistof zag er nog hetzelfde uit, maar mijn neus rook het verschil. Ik deed mijn ogen dicht en ademde de geur van gras en graan diep in mijn longen. Ik had nog drie druppels bloed nodig om elke dosis klaar te maken voor gebruik.

'Het ruikt anders.'

'Wat?' Ik schrok op en vervloekte mijn eigen reactie. Ik was helemaal vergeten dat zij er was.

'Je bloed ruikt anders,' zei Ivy. 'Het ruikt houtachtig. Kruidig. Het ruikt naar aarde, maar dan wel levende aarde. Zo ruikt mensenbloed niet, en vampierbloed al evenmin.'

'Hm,' mompelde ik, me bedenkend dat ik het niet prettig vond dat zij aan de andere kant van de kamer en door een barrière van hiernamaals drie druppels van mijn bloed kon ruiken. Maar het was een hele geruststelling dat ze nog nooit het bloed van een heks had geproefd.

'Zou het met mijn bloed ook lukken?' vroeg ze belangstellend.

Ik schudde mijn hoofd en roerde nerveus in het brouwsel. 'Nee. Het moet van een heks of een tovenaar zijn. Het gaat niet om het bloed, maar om de enzymen die erin zitten. Die fungeren als een katalysator.'

Zij knikte, klikte haar computer in sluimerstand en leunde naar achteren om naar mij te gaan zitten kijken.

Ik wreef over mijn vingertopje om het bloed weg te vegen. Dit recept was, zoals vrijwel altijd het geval was, goed voor zeven bezweringen. Wat ik vanavond niet gebruikte, kon ik bewaren in de vorm van drankjes. Als ik ze in amuletten verwerkte, zouden ze een jaar goed blijven. Maar ik zou voor geen goud met een amulet transformeren.

Ik voelde hoe Ivy naar me zat te kijken toen ik het brouwsel zorgvuldig over de duimgrote flesjes verdeelde, waarna ik ze stevig afsloot. Dat was dat. Het enige wat ik nu nog hoefde te doen was de cirkel en mijn verbinding met de leylijn verbreken. Het eerste was gemakkelijk, het tweede een ietsje pietsje moeilijker.

Met een snel glimlachje naar Ivy stak ik mijn donzige roze slipper naar voren en duwde ik een opening in het zout. Het gerommel op de achtergrond van kracht uit het hiernamaals zwol aan. Ik voelde alle kracht die door de cirkel had gestroomd nu door mij heen vloeien en ademde met een sissend geluid door mijn neus in.

'Wat is er aan de hand?' vroeg Ivy vanuit haar stoel. Ze klonk bezorgd.

Ik deed mijn best om normaal adem te halen, omdat ik anders misschien zou gaan hyperventileren. Ik voelde me als een te groot opgeblazen ballon. Ik keek naar de vloer en wuifde haar weg. 'Cirkel is gebroken. Blijf daar. Nog niet klaar,' zei ik, met een draaierig en onwerkelijk gevoel in mijn hoofd.

Ik haalde nog een keer diep adem en begon me los te maken van de lijn. Het was een strijd tussen het fundamentele verlangen naar macht en de wetenschap dat ik er uiteindelijk stapelgek van zou worden. Ik moest het wegdrukken en van mijn hoofd naar mijn tenen duwen totdat de macht terugkeerde naar de aarde.

'Toen het uiteindelijk weg was, liet ik mijn schouders hangen en stond ik te wankelen op mijn benen, zodat ik steun moest zoeken bij het aanrecht.

Alles in orde?' vroeg Ivy bezorgd, en van heel dichtbij.

Ik keek verschrikt op. Ze hield me bij mijn elleboog vast om me overeind te houden. Ik had haar niet eens zien bewegen. Mijn gezicht werd ijskoud. Haar vingers voelden warm aan door mijn truitje. 'Ik heb te veel zout gebruikt. De verbinding was te krachtig. Het... het gaat wel weer. Laat me los.'

De bezorgdheid verdween van haar gezicht. Duidelijk beledigd, liet ze me los. Ik hoorde het geknerp van zout onder haar voeten toen zij terugging naar haar hoekje en met een gekwetste blik in haar stoel ging zitten. Ik was niet van plan mijn verontschuldigingen aan te bieden. Ik had niets verkeerd gedaan.

De stilte lag zwaar en ongemakkelijk op mijn schouders toen ik op één na alle flesjes in het kastje met mijn extra amuletten zette. Toen ik ze zo zag staan kon ik een gevoel van trots niet onderdrukken. Zelf gemaakt. En ook al kostte de verzekering die ik nodig zou hebben om ze te kunnen verkopen meer dan ik in een heel jaar bij de I.S. had verdiend, ik kon ze in elk geval zelf gebruiken.

'Heb je vanavond hulp nodig?' vroeg Ivy. 'Ik wil best meegaan om een oogje in het zeil te houden.'

'Nee.' Het was eruit voor ik er erg in had en er verscheen een frons op haar voorhoofd. Ik schudde mijn hoofd en glimlachte om mijn weigering te verzachten. Ik wilde dat ik mezelf ertoe kon brengen om: 'Ja, graag,' te zeggen. Maar ik vertrouwde haar nog steeds niet helemaal. Ik verkeerde niet graag in situaties waarin ik iemand moest vertrouwen. Mijn vader was gestorven omdat hij erop had vertrouwd dat iemand hem rugdekking zou geven. 'Werk alleen, Rachel,' had hij gezegd toen ik aan zijn ziekenhuisbed zat en zijn bevende hand vasthield terwijl zijn bloed langzaam maar zeker het vermogen verloor om zuurstof op te nemen. 'Werk altijd alleen.'

Met dichtgeknepen keel keek ik Ivy aan. 'Als die zonnebrillen me weer volgen en ik slaag er niet in ze af te schudden, dan verdien ik het om te worden opgepakt,' zei ik, om de hete brij heen draaiend. Ik stopte mijn opvouwbare mengkom en een fles zout water in mijn tas en deed eri ook nog een van mijn nieuwe vermommingsamuletten bij die niemand bij de l.S. nog had gezien.

'Ga je er niet eerst eentje uitproberen?' vroeg Ivy toen ze zag dat ik op het punt stond om weg te gaan.

Ik duwde nerveus een lok krullend haar uit mijn gezicht. 'Het is al laat. Het zal heus wel goed zijn.'

Ivy leek er niet blij mee te zijn. 'Als je morgenochtend niet terug bent, kom ik achter je aan.'

'Dat is goed.' Als ik morgenochtend nog niet terug was, was ik dood. Ik pakte mijn lange winterjas van een stoel en trok hem aan. Ik wierp Ivy een snel, ongemakkelijk glimlachje toe en glipte vervolgens via de achterdeur naar buiten. Ik wilde over het kerkhof lopen en een straat verder de bus pakken.

Het was een kille voorjaarsavond en ik huiverde toen ik de hordeur achter me dichttrok. De berg spatkogels aan mijn voeten stelde me niet erg op mijn gemak. Ik voelde me heel kwetsbaar toen ik in de schaduw van de grote eik ging staan om te wachten tot mijn ogen aan de maanloze nacht gewend waren. Het was net nieuwe maan geweest. Een geluk bij een ongeluk. Dank u, God.

'Hé, juffrouw Rachel!' klonk een zacht gonzend stemmetje en ik draaide me om, heel even in de veronderstelling dat het Jenks was. Maar het was Jax, Jenks' oudste zoon. De prepuberale elf had mij, terwijl zijn vader sliep, de hele middag gezelschap gehouden en zijn nieuwsgierigheid en vaste voornemen om zijn 'plicht' te doen hadden hem vaker dan me lief was gevaarlijk dicht in de buurt van mijn schaar gebracht.

'Ha, Jax. Is je vader al wakker?' vroeg ik, hem een hand voorhoudend om op te landen.

'Juffrouw Rachel?' zei hij, terwijl hij hijgend op mijn hand sprong. 'Ze staan u op te wachten.'

Mijn hart sloeg een slag over. 'Hoeveel? Waar?'

'Drie.' Hij gloeide lichtgroen op van opwinding. 'Aan de voorkant. Grote kerels. Zo groot als u. Stinken als vossen. Ik zag ze toen de oude Keasley ze van zijn stoep joeg. Ik zou het u wel eerder hebben verteld,' zei hij gejaagd, 'maar ze staken de straat niet over en we hadden de rest van hun spatkogels al gepikt. Papa zei dat we u niet lastig mochten vallen, tenzij er iemand over de muur kwam.'

'Prima. Dat heb je goed gedaan.' Jax vloog op toen ik in beweging

kwam. 'Ik was toch al van plan door de achtertuin te gaan en een paar straten verder op de bus te stappen.' Ik kneep mijn ogen tot spleetjes in het flauwe licht en gaf een tik tegen Jenks' boomstronk. Jenks,' zei ik zachtjes, grinnikend om de bijna onbewuste uitroep van ergernis die uit de stronk van de oude eik opklonk. 'Werk aan de winkel.'